Holwerd (Fr).
Om Holwerd voor wagens toegankelijker te maken, werd de terp waarop het staat, een metertje afgeslecht. Daardoor kwam het tandvlees van de huizen bloot te liggen.
Stoepjes en verhogingen waren de oplossing.
Een baggeraar houdt de vaargeul naar Ameland open.
De wadlopers hebben waarschijnlijk een andere route.
Zomeravondzonsondergang op het Wad bij Holwerd.
Den Andel (Gr.)
Een actieve molen; en een stalletje op goed vertrouwen.
We rijden naar de molen toe.
Als fietsers hebben we dus gunstige wind: zuidwest.
Het uitzicht van af de 'Ziel' ten noorden van Warffum,
met links het cafétje
Op veel graven uit de 19de eeuw staan hele gedichten.
Deze zerk bij de kerk van Wierum is wel een beetje raadselachtig:
't Stof van een zestal spruiten
rusten hier in 't koele graf,
God wil hun 's hemels poort ontsluiten,
God, die hun 't leven gaf.
In het graf van een 18-jarig meisje??
De Dollard, ten noorden van Delfzij
Bij Termunterzijl
De LF10a loopt in Nederland van Middelburg langs de kust via de Afsluitdijk naar Nieuweschans in Groningen. Al eerder hadden we we een flink deel ervan bedwongen. Dit jaar moest en zou de rest de afgewerkt worden.
Vanaf het station in Leeuwarden startten we met gerieflijke rugwind via Bartlehiem met het schaatsberoemde bruggetje naar Holwerd, een dorp op twee terpen. Vanuit deze plaats vertrekken de boten en de wadlopers voor Ameland. De pier, die ver in de Waddenzee ligt, is wel een bezoekje waard. Het plaatje van de zonsondergang heb ik daar gemaakt.
Ook deze jonge meeuw maakte geen bezwaar toen ik heel dichtbij kwam voor een fotootje.
Links de Waddenzee, rechts de groene weiden en de kleine dorpjes, zoals Moddergat met het museum vol herinneringen aan weinig vreugdevolle tijden: de vrouwen die pieren uit het wad moesten steken en ze aan de haken prikken zodat de mannen er 's nachts mee konden vissen; de gevaren van de zee en de grote ramp in de jaren 1880, waarbij een hele vloot met man en muis voor Denemarken verging; tientallen vissers kwamen in de golven om. (En de eerste nationale geldinzameling die een paar ton opbracht - een heel bedrag in die tijd.)
De route liep langs Lauwersoog met een groot sluizencomplex dat vanwege zijn vorm het Broodrooster wordt genoemd.
Vervolgens gaat de reis door de provincie Groningen, waar meteen opvalt dat er meer akkerbouw is: graan, aardappels en suikerbieten. Maar overal de weidse vergezichten en die oorverdovende stilte.
Sloten, akkers, weiden,
riet, dijken,
huizen, boerderijen,
bermen vol bloemen,
een enkele molen.
Een reiger.
Een aalscholver.
Meeuwen.
Boven het riet vliegt
wiegelend een kiekendief.
De LF10 loopt hier minder langs de kust en meer door de akkers en de dorpen.
We maken een uitstapje naar de dijk, naar de Ziel, de zijl, de uitwateringssluis. De dijk is versierd met een plaveisel dat de golfslag verbeeldt. Het cafétje levert goede koffie.
Je komt langs rijke herenhuizen en borgen, kasteelachtige onderkomens van de allerrijksten van vroeger (zoals de oude Menkemaborg in Uithuizen) en
de onmetelijke akkers die daarbij horen.
Delfzijl is stil, om niet te zeggen doods.
Het ziet eruit als een groot evenementencomplex waar geen bezoekers komen.
En Nieuweschans is de echte afknapper! Bad Nieuweschans? We hebben het niet gezien.
De reis terug van Nieuweschans naar Tilburg - met een verplichte omweg over Rotterdam - duurde zes
volle uren,
in
volle treinen met fietsen bepakt met
volle tassen.
Klein leed, achteraf bezien.